Geplaatst op 1 reactie

And we’re live….

Het heeft eventjes aangesleept – ik denk dat ik in December 2010  begonnen ben met deze blog- maar nu is het zover: hij is gelanceerd.

Met aarzelende trots heb ik mijn site losgelaten op het WereldWijde Web. Naast berichten over wat me bezig houdt, vind je er ook mijn recente werk (keramiek, mozaiek, schilderijen,…).

Voila, veel plezier ermee!

 

Geplaatst op Geef een reactie

Ovenvers

oven vol keramiekVers uit de oven: een hele lading biscuitgebakken potjes, tassen en kommetjes. Zoals je kan zien, ben ik volop bezig met mijn uitzet, geïnspireerd op mijn kannetjes ( zie ‘werk’). Nu nog glazuren en dan zijn ze klaar voor gebruik.

Geplaatst op Geef een reactie

Raku en het wondermiddel flammazine

Een belangrijke les die elke keramist uiteindelijk zal leren: het wonder van een tube flammazine binnen handbereik. Vooral als je fan bent van Raku stoken, zoals ik.

Niets zo spectaculair als een stuk van 1000 ° C zelf uit de gloedhete oven pakken, in een pot met licht-ontvlambare houtsnippers gooien en te zien hoe de vlammen onmiddellijk ontbranden. Dan, wanneer de vlammen gedoofd zijn, het stuk voorzichtig in een kom met koud water onderdompelen terwijl het sist als een gemarineerde biefstuk op een BBQ. En dan, na een paar minuten, de rook en aanslag wegschuren met een goede dosis cif om dan eindelijk een eerste glimp van het resultaat op te vangen. Beter dan de seizoensfinale van uw favoriete show.

Wel een belangrijke tip: draag speciale hittebestendige handschoenen, bij voorkeur zonder gaten. Anders zal waarschijnlijk het volgende scenario volgen: jij met je duim in een latex handschoen vol flamazinne 🙂 Moet zeggen, het hielp! !

Geplaatst op Geef een reactie

Een Mal-heure

Mijn eerste ervaring met ééndelige gietmallen is een mooi voorbeeld van het spreekwoord ‘al doende leert men’. Zoals met vele dingen, begon ik er overenthousiast en vreselijk ongeduldig aan, dus liep het al mis van het begin…

Het maken van de mal kan je vergelijken met een zandkasteel bouwen aan zee. Je bouwt ‘wallen’ waarbinnen je je vorm zet. Daarna laat je de zee – of in dit geval de gips- heel je kasteel onder water zetten tot je het niet meer ziet. Nu, dat is de theorie. Je moeten je wallen goed stevig maken, zonder zwakke plekken om lekken te vermijden. In praktijk gooi je vlug-vlug wat zand op een hoopje en druk je het hier en daar aan omdat het water al bijna aan je wallen staat, je kindje dringend naar het toilet moet of omdat je vreselijk veel zin hebt om een ijsje te gaan halen, etc.
Zo ook bij mijn mal. Het gevolg? Een heuse gips-dambreuk. Langzaam maar zeker verschenen hier en daar druppels gips. Die druppels werden al gauw een stroompje, dat zich in enkele minuten transformeerde in een zondvloed. De slappe lach krijgen op zo’n moment helpt ook niet…

Zucht, dan maar alles opkuisen (niet te onderschatten met gips) en opnieuw beginnen. Maar wees gerust, vanaf nu bouw ik mijn wallen zo stevig dat geen tsunami ze kapot krijgt.