Geplaatst op Geef een reactie

Een Mal-heure

Mijn eerste ervaring met ééndelige gietmallen is een mooi voorbeeld van het spreekwoord ‘al doende leert men’. Zoals met vele dingen, begon ik er overenthousiast en vreselijk ongeduldig aan, dus liep het al mis van het begin…

Het maken van de mal kan je vergelijken met een zandkasteel bouwen aan zee. Je bouwt ‘wallen’ waarbinnen je je vorm zet. Daarna laat je de zee – of in dit geval de gips- heel je kasteel onder water zetten tot je het niet meer ziet. Nu, dat is de theorie. Je moeten je wallen goed stevig maken, zonder zwakke plekken om lekken te vermijden. In praktijk gooi je vlug-vlug wat zand op een hoopje en druk je het hier en daar aan omdat het water al bijna aan je wallen staat, je kindje dringend naar het toilet moet of omdat je vreselijk veel zin hebt om een ijsje te gaan halen, etc.
Zo ook bij mijn mal. Het gevolg? Een heuse gips-dambreuk. Langzaam maar zeker verschenen hier en daar druppels gips. Die druppels werden al gauw een stroompje, dat zich in enkele minuten transformeerde in een zondvloed. De slappe lach krijgen op zo’n moment helpt ook niet…

Zucht, dan maar alles opkuisen (niet te onderschatten met gips) en opnieuw beginnen. Maar wees gerust, vanaf nu bouw ik mijn wallen zo stevig dat geen tsunami ze kapot krijgt.

Geef een reactie